Of is het beter om te schrijven, zegt uw kind u of jij?
Toen ik een kind was werden wij opgevoed met U. Tegen zowel mijn ouders als andere volwassene. Moesten alle kinderen in de klas dit? Opgegroeid in de jaren ’90 was het in ons dorp eigenlijk een mengelmoes waar op dat moment de overhand al wel ging naar jij. Als kind vond ik dat super gek, jij zeggen tegen een volwassene. Tot begin in de 30 zei ik tegen mijn eigen tante ook “gewoon” U en “tante Betty” totdat ze me niet langer meer zei dat ik je en Betty mocht zeggen maar zei dat het nu afgelopen was, als volwassen vrouw nog zo te spreken tegen haar.
Heel vaak heb ik de vraag gekregen of het niet afstandelijk voelde om tegen mijn ouders zo formeel U te zeggen en ik heb daar periodes over getwijfeld. Hoe zit het nou met U moeten zeggen en welke keuze maak jij?
U zeggen is een reflectie van respect
Dit heeft meerdere lagen. Tijdsbeeld en cultuur maakt hier ook deel van uit. Kijk maar naar smakken. In onze samenleving is smakken, slurpen en boeren iets wat wordt gezien als vies, onopgevoed en soms ronduit asociaal. Er bestaan ook culturen waarbij het wordt gezien als waardering van het eten en dus respect voor de kok. In de huidige maatschappij is U zeggen niet langer per definitie voor iedereen laten zien dat je respect hebt voor iemand. Ik heb al vaak het voorbeeld gehoord “je kunt zeggen ik vind jou lief of ik vind U een eikel”. De U in die zin maakt het niet plotseling respectvol.
Ikzelf zie het woord U als een meer formelere vorm van communiceren en een woord wat je kunt inzetten wanneer je beleefd wilt zijn tegenover bijvoorbeeld mensen die ver boven jouw eigen leeftijd liggen. Soms kan ik het ook inzetten om afstand te creëren. Zegt dit dat ik dus toch afstand voel naar mijn eigen ouders omdat ik U zeg? Absoluut niet. Ikzelf heb een heel fijne band met mijn ouders en zij zijn heel erg betrokken in ons leven. Ik maak grapjes met mijn ouders waarvan vroeger andere kinderen vroegen “mag jij dat zeggen tegen je ouders”? terwijl zij thuis geen U hoefden te zeggen en dus dachten dat mijn ouders heel streng waren. Nee, de achtergrond en opvoeding waaruit mijn ouders kwamen was gewoon erg gericht op U zeggen. Hun referentiekader was dan ook: tegen volwassenen zeg je U. Net zoals ik tegen iedere volwassene in mijn leven vroeger Oom en Tante zei. Terwijl driekwart niet eens familie was en “Tante Betty” is eigenlijk mijn achternicht.
Hetzelfde kan ik doen met jij. Het hangt namelijk ook erg af van de situatie en de gesprekspartner die ik heb. Neem het voorbeeld van een arts. Ik heb eens een gynaecoloog gehad die ik niet kende. Ik sprak deze meneer aan met U. Zijn leeftijd lag voorbij pensioengerechtigd en het is een arts, ik respecteer zijn functie, kennis en kunde en laat daarmee zien dat ik hem respecteer. Totdat deze meneer een ontzettende respectloze man was. Dan is het jij zeggen een van de dingen waarmee ik laat zien dat hij voor mij in achting daalt.
Kijken we even puur naar de aanspreekvorm, U is niet per definitie respect. Het is ook aangeleerd en heeft in onze huidige maatschappij niet meer de lading die het vroeger had.
Wat is je referentiekader?
U of jij zeggen heeft ook te maken met je eigen referentiekader. Mijn man zei geen U tegen zijn ouders en noemde al helemaal niemand tante wanneer ze geen familie waren. Toen wij samen kinderen kregen hadden we beide een ander beeld van wat is beleefd zijn. Ik wilde opvoeden met U, tot wij er met elkaar over in gesprek gingen en mijn referentiekader verschoof. Zelf sta ik niet langer achter het zeggen van U, ik vind het zelfs naar wanneer mijn kinderen het per ongeluk wel doen. Wij leren hen dat beleefd zijn in andere dingen zit. Bijvoorbeeld alsjeblieft/dankjewel, niet aan elkaar zitten wanneer de ander dat niet wil, naar elkaar luisteren en interesse hebben –> en tonen in de ander. Oom en tante zeggen doen ze alleen tegen daadwerkelijke familie. Dat vind ik soms wel jammer. Voor mij voelt het als “thuis” dat mensen tante zus en zo zijn. Het maakt de band met mensen, in mijn beleving, warmer omdat ze een titel krijgen waaruit blijkt dat ze onderdeel zijn van je sociale netwerk. Aan de andere kant, vrienden komen en gaan. Ik wil niet dat mijn kinderen het gevoel hebben dat mensen die dichtbij je zijn ook “zomaar” weer foetsie kunnen zijn. Toegegeven: ik vond het als kind soms ook heel verwarrend om erachter te komen dat mensen helemaal geen familie waren.
Gelukkig geeft dat ene woordje niet de volledige lading aan de band die je met mensen kunt hebben.
Is jij amicaal? Dat is ook net hoe je er naar kijkt. Had ik vroeger een grote mond, dan kreeg ik te horen “ik heb niet met je geknikkerd he”. Wat zoveel betekende als: je hebt het wel tegen je ouders, je hebt het niet tegen een vriendje van je op het schoolplein. Dat kreeg ik niet te horen omdat ik geen U zei maar omdat ik te ver ging in een grote mond geven of maling hebben aan iets wat tegen me werd gezegd door ze. Terwijl mijn kinderen jij zeggen tegen ons, echt ontzettend veel grappen mogen maken en ik heel graag met ze dol: zijn we niet amicaal
Ik ben je vriendin niet
U kan ook worden gezien als een hiërarchie afbakenen. Veel mensen schieten in de jeuk van dat woord. Want we zijn allemaal gelijk. Dat is waar, toch sta ik “boven” mijn kinderen in de hiërarchie, naarmate ze ouder worden zal dat steeds minder worden en krijgen ze steeds maar autonomie. Tot ze zo ver zijn ben fungeer ik als beschermende macht. Dat zegt niet dat ik álles voor ze bepaal, Sterker nog: het voelt meestal alsof zij mijn leven bepalen. Het betekend wel dat ik veel bepaal. Bijvoorbeeld hoe laat ze naar bed gaan, of ze wel of niet tot laat buiten mogen blijven, of ze van de trap naar beneden mogen glijden op een slee. Ze mogen alles met mij bespreken maar dat hoeven ze niet. Ik ben namelijk niet je vriendin, ik ben je ouder. Als we terugpakken naar het jij vs. U of het zeggen van een voornaam vs. tante en oom, komt er daarbij in het taalgebruik naar voren dat we er kenbaar mee maken dat de ander hoger in de hiërarchie staat dan het kind. Is dat erg? Nee. Het is een opvoedkeuze of je dat taalgebruik actief wilt inzetten om het in iedere vorm van communicatie zichtbaar te maken dat het zo is en of je van mening bent dat je dat nodig hebt.
Tegen wie moet je kind van jou U zeggen?
Een keuze op zich! Wanneer zegt een kind U? Is dat tegen iedereen die volwassen is, inclusief jezelf? Is dat tegen mensen die je een dienst leveren zoals de postbode, mensen in de winkel, aan de telefoon etc. Tegen de leraren op school? Oudere mensen? Artsen? Politieagenten? Of misschien tegen niemand?
Ik kan daar over vinden en schrijven wat ik wil: dat is een opvoedkeuze en die is mede gebaseerd op jouw referentiekader. Toch wil ik aangeven dat het belangrijk is je te beseffen, en je kinderen te leren, dat hoe jij praat tegen en met mensen iets zegt over wie jij bent en de bereidheid van de ander om naar jou te luisteren, laat staan je te helpen. Beleefdheid zit hem daarbij wederom niet alleen in het woord U. Je kunt zeggen ,,Ik moet een brood hebben van u” of ,,Mag ik een brood alsjeblieft”
Hoe presenteer jij jezelf aan de wereld en wat zou je terug willen zien. Je communicatie is daarin ontzettend belangrijk.
De volgende stap: hoe leer ik mijn kind U zeggen in verschillende situaties?
(een deel van) Mijn familie was wel hardcore. Als ik tegen mijn ene oma een verhaal vertelde en ik zei per ongeluk je/jij dan kwam daar gewoon heel hard doorheen U! om mij te corrigeren op mijn taal. Geloof me: dat werkt uiteindelijk heus. Maar creëert dus oprecht afstand. Er wordt dan namelijk volledig voorbij gegaan aan de boodschap van het kind, er komt schaamte bij kijken en vaak weet het kind ook niet meer goed wat het precies wilde zeggen. Gaan ze uiteindelijk U zeggen? Ja. Maar het middel schiet het doel wel een beetje voorbij.
Hoe doe je het dan? Voorleven, voorleven, voorleven, voorleven en op een gegeven moment uitleggen. Kinderen observeren ons de hele dag. Wil jij dus dat ze in bepaalde situaties met U praten? Moet je het daar zelf ook doen. “ja maar ik ben volwassen, ik hoef niet tegen iedereen U te zeggen”. Ja maar je kind leert door jouw handelingen en kopieert wat jij doet.
Op een gegeven moment komen kinderen op de leeftijd dat ze ook graag willen bestellen bij de winkel. Dan heb je altijd een voorbereidend moment waarop je doorneemt met elkaar wat er besteld moet worden, dan zeg ik altijd de zin even helemaal voor ,,Mag ik van u twee ons salami alstublieft”? Is dat alles? Ja. Valt best mee toch? Volgende stap: mijn moeder vindt het prettig wanneer kinderen U tegen haar zeggen. Ik weet dat. Is het een probleem waneer ze dat niet doen? Nee. Toch zegt mijn oudste afwisselend jij en U tegen haar. Wanneer hij U zegt doet hij dat ook met opzet om te laten zien dat hij weet dat ze dat fijn vindt en haar waardeert. Soms vergeet hij het toch even. We leggen onze kinderen namelijk vanaf een jaar of 4 uit, ,,opa en oma vinden het prettig wanneer je U zegt, dat zijn ze zo gewend. Hoor je hoe mama dat ook altijd zegt?” Ook van school krijgen we terug dat, zeker de oudste, vaak de juffen aanspreekt met U en over de breedte altijd beleefd is. Natuurlijk komt dat alleen maar door mijn spetterende opvoeding.
Of komt het omdat we situaties met elkaar doorspreken? Soms komen kinderen terug met verhalen op school. Bijvoorbeeld dat een kind heel lelijk deed tegen de juf. Vragen als: wat vond je daarvan? Zou jij dat ook zo zeggen? Hoe reageerde de juf daarop? Denk je dat het de situatie oplost? Maken allemaal dat zij een breed referentiekader hebben.
Conclusie?
Jouw kind, jouw opvoeding. Doe wat het beste past bij jullie situatie maar heb niet de illusie dat U gelijk staat aan respect hebben. Leef voor wat je wenst van het gedrag van je kind en leg de nadruk voornamelijk op de boodschap, de intentie en de wijze van spreken en niet zozeer op jij/U.