We krijgen collectief steeds meer begrip voor het feit dat overprikkeld een staat van zijn is met een negatief effect op je functioneren. Ja, ook bij kinderen. Toch zien we nog veel te veel gedrag van kinderen als negatief en als een gevolg van opvoeding, karakter etc.
Een heel goed voorbeeld is het kind in de supermarkt dat ontzettend moet huilen omdat het iets niet krijgt. We kunnen het kind beschrijven als een zeur, verwend, een drammer ook kennen we de term “meltdown”. Daarbij wordt nog veel te veel gekeken naar het stuk invloed van de ouder en hoe deze dit gedrag moeten stoppen in het moment en vervolgens hoe ze het moeten afleren. Denk aan weglopen, ernaast gaan liggen gillen om te laten zien hoe onzinnig het is. Naast het stuk hersenontwikkeling en (het ontbrekende) begrip van nee wil ik graag ingaan op de prikkelverwerking en waar de meltdown vandaan komt. Meltdown is namelijk helemaal geen verkeerd of negatief woord, het legt letterlijk uit wat er gebeurt.
Zonder een heel omslachtige uitleg te geven over wat een kind meemaakt in de supermarkt, wil ik wel een opsomming maken.
- Kleuren. Van reclame, oranje Bonus bordjes, Stellingen, decoratie, producten, kleding van mensen etc.
- Geuren. Op de groenteafdeling, de broodafdeling, van mensen, de gedweilde vloer, een gevallen product
- Producten. Ze herkennen spullen die ze graag willen hebben, dit begint misschien al bij de bananen, de verse broodjes, de toetjes (heel slim op kinderhoogte), de koekjes, de chips, speelgoed.
- De instructies: Blijf maar zitten, niet aankomen, niet daarheen lopen, leg maar terug, kom mee, nee mag niet,Nee we eten al iets anders. Het continu moeten inbinden van een impuls is heftig!
- De stemming in de winkel:De meeste mensen in de supermarkt komen daar niet voor het vermaak. Dus ze zijn gejaagd, Op zoek naar spullen, grote karren die een gevaar van botsen vormen
- Het moment van boodschappen doen:Is dat vroeg in de ochtend nadat andere kinderen naar school zijn gebracht? Was er misschien Stress thuis om op tijd uit de deur te gaan? is het eigenlijk tijd voor een dutje? Zijn de naar de opvang geweest? Hebben ze net intensief gespeeld? Etc. Etc.
Al het bovenstaande doet iets met de alertheid. Kinderen staan helemaal AAN en alle prikkels, zoals onder andere hierboven staan opgesomd, komen volledig binnen. Het filter om te bepalen welke prikkels nou echt van vitaal belang zijn en welke wat minder heeft nog een te grote doorlaatbaarheid. Kinderen kopiëren ons graag, daar leren ze van. Jij als volwassene pakt maar en gooit maar in de kar, zij mogen ondertussen niets aanraken en als ze mazzel hebben dat ze wel mogen helpen, zijn het nagenoeg allemaal producten die jij voor ze uitkiest. De prikkels stapelen zich maar op. De alertheid blijft maar toenemen en eigenlijk schiet het jonge kind al door naar te veel prikkels. Zie het als een computer waarbij je alleen maar programma’s blijft openen en er geen sluit. Je merkt dat hij wat trager begint te reageren, een nieuw programma openen duurt wat langer omdat de computer al zoveel processen aan het ondersteunen is. Op een gegeven moment hangt een computer vast. Je zult programma’s moeten sluiten en wat eigenlijk nog het beste werkt is even opnieuw opstarten.
Terug naar die dreumes. Dan kom je bij een gangpad waar iets ligt wat zij echt willen hebben. Wauw, je favoriete biscuitje ligt gewoon hier voor het grijpen. Je hebt het al vast, euforisch! Tot het moment dat er een Nee volgt. Leg maar terug. Of het wordt al van je afgepakt. Dat is eigenlijk de druppel die het computersysteem ook vast laat lopen en wat er volgt is een meltdown. Het is mede een ontlading van het overprikkelde systeem dat hier niet op kan reageren vanuit ratio, daar is het kind simpelweg te jong voor. Is dit moeilijk voor de ouder/verzorger? Absoluut. “Los het maar op”. Voor dat jonge kind is het nog veel moeilijker, dat weet gewoon niet meer waar het heen moet met al deze prikkels en frustratie. Kijken we puur pedagogisch dan is erkennen van de teleurstelling belangrijk. Ik vind het dan ook moeilijk daar nu niet over uit te wijden, het is namelijk een heel interessant stuk. Kijken we naar de prikkelverwerking is daar ook een heel nauwe connectie met de pedagogische aanpak. Bij overprikkeling is een dempende prikkel of volledig rust (het opnieuw opstarten van de pc) belangrijk. Dempende prikkels zijn er in veel varianten en werken niet voor iedereen hetzelfde. De rustige stem van de ouder/verzorger kan dempend werken. Boos worden of belachelijk maken, wat je doet wanneer je er naast gaat liggen gillen, of zelfs weglopen werken alarmerend. De rede dat kinderen stoppen met huilen is dan ook niet vanuit het idee ,,Ah ja, ik doe nu wel heel suf he. Laat ik maar stoppen”. Maar eerder vanuit een stress reactie “fight or flight”. Mijn vader loopt gewoon weg! Straks ben ik alleen! Een dempende prikkel kan ook zijn een knuffel of gewoon iemand die rustig bij je blijft zonder oordeel.
Is dit geen verwennen dan? Nee. Verwennen is je kind alles maar geven wat ze willen hebben. De teleurstelling van de nee is absoluut belangrijk voor de ontwikkeling en natuurlijk kunnen kinderen verdriet hiermee kijken op welke manieren zij wel tot hun doel komen. Het zijn echter geen doordachte werkwijzen maar komen puur vanuit de frustratie en overprikkeling. Met boos worden leer je kinderen niet af een meltdown te krijgen. Je leert ze af te signaleren wat zij van binnen voelen, op te merken dat ze overprikkeld raken en door hen geen dempende prikkels te bieden ontneem je ze ook nog eens een kans om te leren hoe zij zelf deze emoties kunnen opvangen.
Meer leren hierover? Volg PrikkelBaby op de socials of volg een van onze scholingen. Zowel voor ouders als (zorg)professionals. Geen scholing die past bij jouw situatie? Neem contact met ons op en wij zorgen dat hij voor je op maat wordt.